In de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda heeft men ervaring opgedaan met het benoemen van gedragsdeskundigen als bijzonder curator. Het in dit rapport beschreven pilotonderzoek betreft een exploratief onderzoek naar de inzet, werkwijze en opbrengsten van de bc/gd innen de rechtbank ZWB/Breda. Het onderzoek evalueert het traject bc/gd van benoeming tot eindbeschikking. Centraal staat hoe vanuit de verschillende invalshoeken (bc/gd’s zelf, rechters, ouders en kinderen) de werkwijze en randvoorwaarden worden gewaardeerd.
Het onderzoek geeft zicht op een antwoord op de vraag in hoeverre een bc/gd meerwaarde heeft ten opzichte van een bc/advocaat, en geeft ook zicht op essentiële succesfactoren en verbeterpunten.
Door de rechtbank en gerechtshoven is een werkproces voor benoeming en taakvervulling van bijzondere curatoren op grond van art. 1:250 BW opgesteld. Het werkproces is per 1 april 2014 van kracht en is door alle rechtbanken geïmplementeerd.
Het werkproces bijzondere curator 1:250 BW beschrijft de werkwijze die bij de rechtbanken geldt in zaken waarin een bijzondere curator is/wordt benoemd. In de leidraad, die onderdeel uitmaakt van de richtlijn, is te lezen wat er van de benoemde bijzondere curator in 250-zaken wordt verwacht.
Kinderombudsman advies (2012) |De bijzondere curator, een lot uit de loterij?
Adviesrapport over waarborging van de stem en de belangen van kinderen in de praktijk
Adviesrapport 2012 Kinderombudsman: Download het rapport »